ierbare, houd Jezus Christus in gedachten, Davids nazaat, die uit de dood is opgestaan. Zo luidt de boodschap die ik verkondig
en waarvoor ik zelfs als een misdadiger gevangenschap heb te lijden. Maar het woord van God laat zich niet in boeien slaan.
Daarom ben ik bereid alles te verdragen ter wille van de uitverkorenen, opdat ook zij het heil verwerven in Christus Jezus en eeuwige heerlijkheid.
Hoe waar is dit woord: &Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij met Hem leven.
Als wij volharden, zullen wij met Hem heersen. Als wij Hem verloochenen, zal Hij ons verloochenen.
Als wij ontrouw zijn, blijft Hij trouw: zichzelf verloochenen kan Hij niet.’