roeders en zusters, toen ik Paulus, u het getuigenis van God kwam verkondigen, deed ik dat niet met vertoon van welsprekendheid of geleerdheid.
Ik had mij voorgenomen u geen enkele wetenschap te brengen dan die van Jezus Christus en zijn kruis.
Bovendien voelde ik mij toen zwak, nerveus en angstig.
Het woord dat ik u verkondigde, had niets te danken aan de overredingskracht van de `wijsheid’, maar het getuigde van de kracht van de Geest:
uw geloof moest niet steunen op menselijke wijsheid, maar op de kracht van God.