roeders en zusters, alles wat eertijds is opgeschreven, werd opgetekend tot onze lering,
opdat wij door de volharding en de vertroosting die wij putten uit de Schrift in hoop zouden leven.
God, die de volharding en de vertroosting schenkt, verlene u ook eensgezindheid in de geest van Christus Jezus,
opdat gij een van hart en uit een mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken.
Aanvaardt daarom elkander als leden van een gemeenschap, zoals ook Christus ons in zijn gemeenschap heeft opgenomen, ter ere Gods.
Ik bedoel dit: ter wille van Gods trouw is Christus dienaar geweest van het Joodse volk, om de beloften aan de aartsvaders waar te maken;
maar de heidenen moeten God verheerlijken om zijn erbarming, volgens het woord van de Schrift:
Daarom zal ik U loven onder de heidenen en uw naam met psalmen prijzen.