n die tijd zei Jezus tot de menigte: Het Rijk der hemelen gelijkt op een schat, verborgen in een akker. Toen iemand hem vond, verborg hij hem weer, en in zijn blijdschap ging hij alles te gelde maken wat hij bezat en kocht die akker.
Ook gelijkt het Rijk der hemelen op een koopman, op zoek naar mooie parels.
Toen hij een parel van grote waarde had gevonden, ging hij alles verkopen wat hij bezat en kocht haar.
Ook gelijkt het Rijk der hemelen op een sleepnet dat in de zee geworpen, vissen van allerlei soort bijeenbracht.
Toen het vol was trok men het op het strand; men zette zich neer om de goede vissen uit te zoeken en in manden te doen, de slechte echter werden weggeworpen.
Zo zal het ook gaan op het einde van de wereld: de engelen zullen uittrekken om de slechten tussen de rechtvaardigen uit te zoeken
en in de vuuroven te werpen. Daar zal geween zijn en tandengeknars.
Hebt gij dit alles begrepen?’ Zij antwoordden Hem: &Ja.’
Hij zij hun: &Daarom is iedere schriftgeleerde die onderwezen is in het Rijk der hemelen gelijk aan een huisvader die uit zijn schat nieuw en oud te voorschijn haalt.’