k Johannes zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel
en de eerste aarde waren verdwenen, en ook de zee bestond niet meer.
En de heilige Stad, het Nieuw-Jeruzalem, zag ik neerdalen van God uit de hemel,
toegerust als een bruid, die voor haar man is getooid.
En ik hoorde van de Troon een machtige stem en ze sprak: Zie, de Woonstede Gods
bij de mensen: Hij zal zijn Tent bij hen spannen. Zij zullen zijn volk zijn, Hij: God met hen!
Elke traan wist Hij weg uit hun ogen; En nooit zal de dood er meer zijn,
geen rouw, geen geween en geen smart; Want het vroegere is voorbij!
En Die op de Troon is gezeten, sprak: Zie, Ik maak alles nieuw!