roeders en zusters, volgt mij na en houdt hen voor ogen die zich gedragen naar het voorbeeld dat ik u gegeven heb.
Want ik heb er al vaak over gesproken en moet het nu onder tranen herhalen:
&velen leiden een leven dat hen indeelt bij de vijanden van Christus’ kruis.
Zij zijn op weg naar de ondergang, hun buik is hun god,
in hun schande stellen zij hun eer, zij hebben hun zinnen gezet op het aardse.
Maar ons vaderland is in de hemel, en uit de hemel verwachten wij onze verlosser, de Heer Jezus Christus.
Hij zal ons armzalig lichaam herscheppen en het gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam,
met dezelfde kracht die Hem in staat stelt het heelal aan zich te onderwerpen.
Daarom, mijn beminde broeders, naar wie ik zo verlang,
mijn vreugde en mijn kroon, houdt aldus stand in de Heer, mijn geliefden.