11 April 2020

Zaterdag, 11 April 2020 : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 28,1-10.

Ga naar overzicht

Deel op:

a de sabbat, bij het aanbreken van de eerste dag der week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf kijken.
Plotseling ontstond er een hevige aardbe­ving en een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer.
Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw.
De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het leven scheen uit hen geweken.
De engel sprak de vrouwen aan en zei: &Gij behoeft niet bevreesd te zijn; ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisig­de.
Hij is niet hier. Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft; komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft.
Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Dat had ik u te zeggen.’
Ter­stond gingen zij weg van het graf, met vrees en grote vreugde, en haastten zich het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen.
En zie, Jezus kwam hen tegemoet en zeide: &Weest gegroet.’ Zij traden op Hem toe, omklemde zijn voeten en aanbaden Hem.
Toen sprak Jezus tot hen: &Weest niet bevreesd. Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen zij Mij zien.’