n die tijd kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen.
Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden: &Ik heb uw doopsel nodig, en Gij komt tot mij?’
Jezus antwoordde hem: &Laat nu maar; want zo past het ons al wat is vastgesteld te volbrengen.’ Toen liet hij hem toe.
Nadat Jezus gedoopt was, steeg hij terstond uit het water. En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen;
en een stem uit de hemel sprak: &Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.’