22 Oktober 2019

Herinneringen aan Jan Nieuwenhuis

Ga naar overzicht

Deel op:

e laten sporen na in elkaars levens. In de aanloop naar Allerzielen een bloemlezing uit de Amsterdamse Dominicuskerk met herinneringen aan Jan Nieuwenhuis, die op 24 augustus overleed.

Op de website katholiek.nl stond al eerder een stuk te lezen van Thom Breukel, die vertelt hoe zijn kunstenaarschap een beslissende duw kreeg van Jan Nieuwenhuis, toen hij als jongeling op het Albertinum een toekomst als dominicaan onderzocht.

‘Als kamerheer van de paters was het mijn taak de kamers schoon te houden en elke morgen het bed van pater Jan op te maken. Daarna werkte ik in de tuin. In de weinige eigen tijd tekenende ik, als uitlaatklep, alles wat los en vast zat. Een te groot uitgevallen bezemkast was mijn tekenatelier.

Jan Nieuwenhuis was toen redacteur van De Bazuin. In de adventtijd vroeg hij mij een Kersttekening te maken met Jozef, Maria en Kind. Apetrots liet ik mijn linosnede zien. Goed werk, vond pater Jan: lekker in zwart-wit, echt dominicaans en goed af te drukken in de krant. Het was mijn eerste gepubliceerde “kunstwerk”. Van het een kwam het ander.’

Lees hier de hele tekst: Hoe Jan Nieuwenhuis mijn talent ontdekte.

Jan Nieuwenhuis 2018-3

In de Dominicuskrant van de Amsterdamse Dominicusgemeenschap staan verhalen van mensen die Jan Nieuwenhuis hebben meegemaakt. Lees alle bijdragen of de snippers hieronder.

Clara Jansen, vriend en mantelzorger

‘Als Jan en ik in de auto zitten, op weg naar de Dominicus, verexcuseer ik me meteen en vertel hem dat ik niet zo geleerd ben. En dat ik school niet begrijp, en dat… en dat… geeft veel problemen.

Jan, met zijn handen aan het stuur, begint met zijn vingers te wapperen. Zó…
Hij zegt: “School, school… dat ís ook niet te begrijpen. Het gaat om iets heel anders. Iets wat je op school niet kan leren. Het in je vingers hebben, daar gaat het om. En jij hebt het in je vingers.’

Ik kijk verbaasd naar zijn handen die maar doorwapperen. En dan naar mijn handen.’

Juut Meijer, pastor

‘“Gelukkig maar ’’ zei iemand vanmorgen nog. ‘’Eindelijk”, zei een ander. Wat fijn dat je ook eens opgelucht kunt zijn als iemand sterft, omdat je weet dat er zo naar uitgezien is.
En Jan zelf zei: ‘’Niet droevig zijn, maak er maar een feestje van’’.’

René Dinklo o.p., provinciaal

‘We verliezen in Jan Nieuwenhuis een begenadigd schrijver, een eigenzinnig man en een bezield prediker, Bijbels geínspireerd en om mensen bewogen.’

Jan-Willem Pieterse, neef

‘Er zijn twee dingen die Jan mij geleerd heeft. Lekker eten is belangrijk. Het verrijkt de stemming onder de tafelgenoten, de zinnen krijgen vleugels en in die woordenwaterval was een belevenis van samen zijn. En als Jan een kerkje in een dorp trof of een kathedraal in een grote stad opzocht, dan ging hij achterin zitten. Vijf, tien, vijftien minuten lang. Hij rees op in die stilte, daar zichtbaar smeedde hij dat ene woord.

Als je nu goed luistert, hoor jij het ook.’

Anne-Marie Hauer

‘Wij leerden Jan kennen in de Dominicus als predikheer, maar vooral als leraar in de leerhuizen over Johannes. Hij legde de teksten van Johannes uit vanuit het eerste testament. Hij maakte van de Bijbel weer één geheel, dat op ontelbare plaatsen samenhangt.’

Ben Vocking o.p., medebroeder

‘Terecht vonden Wim Tepe en Jan Nieuwenhuis, dat de vrouw een grote rol moest krijgen in de kerk, zoals Jezus die gewild had: een gemeenschap van mensen met zorg voor elkaar, mensen die elkaar helpen, in elkaar interesse hebben.

Niet voor niets was Jan een van de schrijvers van KERK EN AMBT: het ambt komt van beneden, van de geloofsgemeenschap. In de gemeenschap van de Dominicus heeft Jan 50 jaar mogen functioneren, met veel aandacht voor jongeren en kinderen.’

'Het gaat om iets heel anders. Iets wat je op school niet kan leren.'

‘Toen ik enkele jaren geleden min of meer bij toeval in de Dominicus terecht kwam, voelde ik tot mijn grote vreugde die aanwezigheid van mijn verborgen leraar.’ Meindert Boersma

‘Jan keek me geruststellend aan en zei: “Carmen, je weet het antwoord zelf op je vragen” en zijn geruststelling deden mijn ogen tranen.’ Carmen Baank

‘”Jan, als ik je nou later zou aanspreken met U?”.
“Dat zou ik verschrikkelijk vinden!”.’ Sjors Beenker

*

Eerder verscheen: Ter herinnering aan Jan Nieuwenhuis