17 Mei 2022

Brieven uit Kiev (21)

Ga naar overzicht

Deel op:

anuit het centrum van de Oekraïense hoofdstad Kiev schrijft dominicaan Jaroslaw Krawiec levendige brieven. Af en toe vertalen we er een.

De brieven van broeder Jaroslav worden gepubliceerd op de Zwitserse katholieke website www.cath.ch. Wij plaatsten hier vertaalde bijdragen op 12 maart, 23 maart en 7 april

Jaroslav Krawiec is een Poolse dominicaan die in Kiev woont en werkt.

Beste zusters, beste broeders,

Als ik in de lente door Kiev loop, heb ik het gevoel dat de oorlog net is afgelopen. Elke dag vullen de straten zich met meer mensen; nieuwe winkels openen; nieuwe cafés, restaurants en diensten openen hun deuren.

Zelfs de bazaar, niet ver van ons klooster, ziet de terugkeer van kooplieden, terwijl het tot voor kort niets anders was dan wanorde, aangezien het aangrenzende gebouw twee maanden geleden werd verwoest door Russische raketten.

Sinds het begin van de oorlog zijn 390 gebouwen in de hoofdstad beschadigd of vernield, waaronder 222 appartementsgebouwen, 75 gebouwen van scholen, kleuterscholen en 17 ziekenhuizen en zorginstellingen.

In vergelijking met Charkov, een grote metropool in Oost-Oekraïne, zijn de cijfers niet zo hoog. Maar elk van deze plaatsen staat voor menselijke tragedies, heel vaak de dood en verminking van onschuldige mensen, en de vele middelen die nodig zijn om ze weer op te bouwen.

‘Als je een pizza voor ons koopt, verkoop ik je 10 liter diesel.’

Er zijn nog steeds minder auto’s in Kiev dan voor de oorlog. Dat is niet verwonderlijk, aangezien veel inwoners van de hoofdstad nog niet naar huis zijn teruggekeerd. Het is ook erg moeilijk om aan brandstof te komen. Onlangs stopte ik met twee broeders bij een benzinestation. We begrepen het elektronische prijsbord verkeerd en toen ik naar de kassier ging hoorde ik: ‘Brandstof is voor mensen met speciale kortingsbonnen’.

Bewoner van Adriivka dicht gaten van Russisch vuur in haar deur | foto Jaroslav Kraviec

Ik stond op het punt teleurgesteld te vertrekken toen een aardig jong meisje aan de kassa met een glimlach tegen me zei: ‘Als je een pizza voor ons koopt, verkoop ik je 10 liter diesel.’ Zo’n aanbod konden we niet weigeren, vooral omdat we na een hele dag door de stad rijden ook honger hadden.

Ik vroeg haar of ze me, als ik een uur later terug zou komen met jerrycans en vier pizza’s, ze me 40 liter diesel zou verkopen. ‘Natuurlijk!’, zei ze. Zo ging pater Thomas terug naar het tankstation en kregen we behalve reservebrandstof ook een heerlijke maaltijd in het klooster.

Over voedsel gesproken… Pater Misha vertelde ons dat in Andriivka, een van de meest verwoeste dorpen in de buurt van Kiev, het Russische leger niet alleen verwoeste gebouwen en landmijnen in de velden heeft achtergelaten, maar ook potten van de originele Russische ‘rassolnik’, een dille-augurksoep.

Vrijwilligers van het Huis van St. Martin in Fastiv hebben samen met een groep protestantse vrijwilligers uit Rivne vele daken herbouwd | foto J. Kraviec

Deze grote glazen potten waren met het Russische leger meegereisd. Op het etiket was te lezen dat ze in oktober 2021 zijn gemaakt in de stad Totskoe, in de Republiek Kalmukkië. Het is duidelijk dat het terugtrekkende leger deze soep niet lustte. Misschien besloten ze dat ze liever Oekraïense borsjt hadden? Ik vroeg Misha voor de grap om een ​​van deze potten mee te nemen uit Andriivka.

De inwoners van de verwoeste dorpen rond Markariv hebben hulp nodig. Vrijwilligers van het Huis van St. Martin in Fastiv slaagden erin, samen met een groep protestantse vrijwilligers uit Rivne, om de muren en daken van meer dan 40 appartementsgebouwen te helpen herbouwen. Ze konen dit alleen doen dankzij de hulp die ons van over de hele wereld bereikt. Pater Misha vatte het eenvoudig samen: ‘Zonder jullie bestaan ​​wij niet.’ Bedankt voor uw solidariteit met Oekraïne!

Een oude dame uit Adriivka liet me de kogelgaten zien in de deuren en ramen in haar huis. ‘Ik heb de gaten zo goed mogelijk gedicht om de tocht te stoppen.’ Ik probeerde erachter te komen waarom de Russen op de huizen van oude en zieke mensen schoten. ”s Avonds, als ze dronken waren, schoten ze doelloos’, zei ze. ‘De meesten van hen waren jonge jongens, misschien in de twintig. Enkelen waren in de veertig.’

Toen we in de auto stapten, kwam ze ons achterna. ‘Bid alstublieft voor mijn kleinzoon. Hij zit in het Azov-regiment en vecht in Marioepol. Ik vraag iedereen om voor hem te bidden.’ We hebben even gepraat. Ik verzekerde haar van onze gebeden en vertelde haar dat haar kleinzoon een echte held is en dat toekomstige generaties Oekraïners op school verhalen zullen lezen van mensen zoals hij. Maar of dat echt troost is voor het gebroken hart van deze oude dame?

De Russen doodden twee Oekraïense soldaten voor haar huis en begonnen toen de lichamen te verbranden, getuigt deze bewoner | foto J. Kraviec

Een andere oude dame vertelde me dat de Russen twee Oekraïense soldaten voor haar huis hadden neergeschoten en toen de lichamen gingen verbranden. ‘Ik vroeg ze: “Wat zijn jullie aan het doen?” Ze hebben het vuur gedoofd, maar ze lieten me niet de doden begraven.’

Anderen werden vermoord aan de andere kant van haar huis. Als ze erover praat, trilt haar stem en springen de tranen in haar ogen. ‘Ik kon niets doen. Een paar dagen beschermde ik de lichamen die op de weg lagen voor de honden.’

Ook vertelde ze dat er op een dag een Russische soldaat naar haar huis kwam en zei: ‘Grootmoeder, ik wil me in uw huis verstoppen. Ik ben gedwongen te schieten, ik wil deze oorlog niet. Ik ben Oekraïens. Mijn vader is Oekraïens en mijn moeder is Buryat. Ik heb een contract getekend. We zijn dertig dagen onderweg geweest, we zouden veldoefeningen doen in Wit-Rusland. Oma, hoe kan ik Oekraïners neerschieten? Misschien is het mijn oom of mijn broer aan de andere kant.’

De oude dame vertelde dit verhaal rustig, met duidelijk respect voor deze man.

Ordination-Pere-Igor-.844jpg

Op zondag vierde pater Igor zijn eerste mis in Fastiv. De dag ervoor was hij gewijd door bisschop Nicholas Luczok, de apostolisch administrator van het bisdom Mukachevo en onze broeder in Sint Dominicus. Igor komt uit de Donbas. Hij werd gedoopt in 2010, op 24-jarige leeftijd.

Voordat hij bij de Orde kwam, haalde hij aan de Universiteit van Donetsk een graad in taalkunde en werkte hij een jaar als leraar op een middelbare school. Zijn religieuze vorming vond plaats in Polen, Warschau en Krakau. Direct na het begin van de oorlog vroeg hij om teruggestuurd te worden naar Oekraïne. Hij arriveerde begin maart in Fastiv, toen er hevige gevechten rond de stad uitbraken. Hij deed zijn eindexamen en verdedigde zijn masterproef online. Pater Igor vertrekt nu naar Khmelnytskyi.

Eerder verschenen

04 mei 2022
Leestijd 2 min

Berichten uit Fastiv

Lees meer

Tijdens zijn wijdingsmis werd hij vergezeld door de dominicaanse familie uit Oekraïne, door pater Lukasz, de provinciaal van Polen, en door pater Pavel, zijn voorganger. Helaas konden de ouders van Igor vanwege de oorlog niet deelnemen aan deze viering. Zijn familie werd vertegenwoordigd door zijn nicht en haar man, die gevlucht waren naar ons dominicanenklooster in Khmelnytskyi.

Veel broeders zien de wijding van Igor, die plaatsvond op de 73e dag van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, als een teken van hoop. Terwijl hij dankte voor de gave van het priesterschap, zei Igor: ‘Een journalist vroeg me onlangs wat het betekende om priester te worden in tijden van oorlog. Ik antwoordde dat ik het niet wist. Het is een mysterie voor mij, waarvan ik hoop dat Christus zelf mij zal helpen het te begrijpen.’

Pere-Igor-Premiere-Benediction

Pater Igor geeft zijn eerste zegen aan het einde van zijn eerste Mis. Foto Jaroslav Kraviec.

Ik stelde de broeders Lukasz en Pavel uit Polen en Wojciech uit Lviv voor om langs de langste weg naar de wijding te rijden. Ik wilde dat ze, aangezien ze al in Kiev waren, zelf konden rondkijken en symbolisch de pijnlijke wonden van ons door oorlog verwoeste Oekraïne konden aanraken.

We reisden dus van Kiev naar Fastiv via Bucha, Hostomel, Borodyanka en Makariv. We zeiden ons ochtendgebed in de auto. We stopten om de dienst af te maken bij het Horenka-tankstation, dat duidelijke tekenen van kogels, bommen en vuur vertoonde. Het is gelegen aan de rand van de hoofdstad.

We hadden er een panoramisch uitzicht op de vallei, de Irpin-rivier en de verwoeste brug – een plek die symbolisch is voor de recente vlucht van de inwoners van de bezette steden. We hadden net het commentaar gelezen van de heilige Cyrillus van Alexandrië op het evangelie van Johannes: ‘Aan hen wijd ik mezelf toe’.

Willen jullie voor ons bidden?

Door te zeggen dat hij zichzelf toewijdt, bedoelt hij dat hij zichzelf aan God aanbiedt als een offer zonder smet en zoete geur. Volgens de wet werd alles wat op het altaar werd geofferd, geheiligd en als heilig beschouwd. ‘Zo gaf Christus zijn eigen lichaam voor het leven van allen, en maakt het tot het kanaal waardoor het leven weer in ons stroomt.’

Zo is het priesterschap bijzonder verbonden met Hem, de aartspriester van het nieuwe verbond. Deo gratias voor de gave van het priesterschap van pater Igor!

In Chortkiv hebben de broeders zojuist, zoals elk jaar, de plechtigheid gevierd van Sint Stanislaus, bisschop en martelaar, patroonheilige van de plaatselijke kerk. Door de oorlog zijn de vieringen veel kleiner geweest dan voorheen. Maar de pastoor, pater Svorad, wees erop dat er nu meer mensen naar de zondagsmis komen omdat de stad enkele duizenden vluchtelingen heeft verwelkomd. De Slowaakse dominicaan Svorad dient met heel zijn hart in Oekraïne, hij is een veelgevraagd biechtvader en geestelijk begeleider.

Met hartelijke groeten. Willen jullie voor ons bidden?
Jaroslaw Krawiec OP

Kiev, woensdag 11 mei, 12:15 uur

Eerder verschenen

07 april 2022
Leestijd 8 min

Brieven uit Kiev (18)

Lees meer