04 December 2020

Bezinning tweede advent 2020

Ga naar overzicht

Deel op:

edereen die wel eens vol vertwijfeling en verdriet aan een ziekbed van een geliefd mens heeft gezeten weet dat “wachten hard werken is.” Datzelfde geldt voor een jong stel dat een kindje verwacht.

Deze bezinning was deel van de thuisliturgie in de advent in coronatijd. Je kunt ook luisteren:

 

door Richard Steenvoorde o.p. Foto: Marloes van Doorn

(…) “Ze zien uit naar de dag van de geboorte, en tegelijkertijd zijn er vaak nog een heleboel zaken die tijdens het wachten om aandacht vragen. Onrust en berusting wisselen elkaar bij het wachten af.

Dit jaar zijn we allemaal meer met wachten bezig. We wachten op een oplossing voor de Corona-crisis. We wachten op het moment van die lange uitgestelde knuffel of kus. Of op de avond dat we weer met zijn allen naar de nachtmis. Of aanschuiven voor het familiekerstdiner. Maar het lijkt er nog niet in te zitten.

Als we niet uitkijken dan veranderen onze verwachtingen al snel in teleurstellingen. Want hoe reëel is datgene waarop je wacht?

De Franse filosoof Bruno Latour deed onlangs in de krant een oproep tot meer realiteit in onze verwachtingen. We hebben de moeilijke vragen van onze tijd, de klimaatverandering, de doorgeslagen marktwerking, de politieke vervreemding en de vervuiling, geprobeerd te parkeren, zo stelde hij, maar dat gaat nu niet langer. We kunnen niet meer terug naar hoe het allemaal was. We moeten leren leven in een andere wereld, minder maakbaar, minder manipuleerbaar, veel kwetsbaarder.

Als Latour gelijk heeft, dan wordt deze adventsperiode geen gemakkelijke periode. Omdat wat er op ons wacht niet de vertrouwde dingen zijn die ieder jaar aan het einde van de adventsperiode op ons stonden te wachten. Geen onbezorgd samenzijn zolang het virus nog rondgaat, geen samenzang in kerken of daarbuiten, geen vuurwerk om met een paar stevige klappen het boek van 2020 dicht te slaan.

In deze tijd waarop we in de wachtstand staan gebeuren er twee dingen. Ons oude leven is langzaam aan het afsterven, terwijl de kans op een nieuw, onbekend, leven zich langzaam aandient. En precies in die onzekere tijd wacht God met ons, zoals een oud adventslied het bezingt: “Als tussen licht en donker, de tijd zijn stroom versnelt, zijn wij in U verzonken, ons hart raakt niet ontsteld: Gij leeft en houdt de wacht.”

De verleiding is groot om in zoete woorden te zeggen: kerstmis is een hoopvol lichtje in een donkere tijd. Als gelovige christenen mogen we zeggen: het is veel meer dan dat. Het licht van kerstmis komt niet in de nacht, het komt na de nacht. Het wachten is voorbij, kerstmis is als een dage raad van een nieuwe dag, een nieuwe tijd, waarin we geloven, hopen, en misschien wel mogen ervaren, dat God ons rakelings nabij wil zijn, rakelings nabij is.

Wachten op die dageraad van kerstmis is hard werken. Want de duisternis, de somberte, en  de wereld die achter ons ligt trekken ons al snel een andere kant op. Maar misschien helpt een klein schietgebedje naar het kind in de kribbe ons op de goede weg: “Heer Jezus, leer mij jouw toekomst aan. Kome wat komt.”