17 Juli 2017

De Waterdruppel. Weg van God

Ga naar overzicht

Deel op:

lleen volledige weerloosheid is je laatste houvast’, zei dominicaan Ernst Marijnissen op 15 juli bij de presentatie van zijn boek 'De waterdruppel’ in Huissen. Hij hield er een pleidooi tegen 'kerkelijke zwaarlijvigheid’ en voor een focus op 'menswording door godsontmoeting’.

In een boeiend en persoonlijk betoog overzag Ernst Marijnissen (91) de lange jaren van zijn leven en verbond ze: zijn liefde voor kerk en geloof en de neiging van het kerkelijk instituut om zwaarlijvig te worden. Dat wil zeggen: ‘bureaucratisch, gemakzuchtig en zelfgenoegzaam’.

Getekend door de ervaringen van rooms triomfantalisme, fascisme, de Tweede Wereldoorlog en het communisme heeft Marijnissen een diep wantrouwen gekregen jegens vanuit één centrum geleide instituties.

‘Zo is het mij vergaan’, zei hij. ‘De God van de rooms-katholieke kerk is een vreemde God geworden, zelfs een blokkade op de moeizame zoektocht naar een antwoord op de vraag: waarom ben ik eigenlijk het klooster ingegaan?’

Het antwoord op die vraag leerde hij onder meer van zijn medebroeder André Lascaris, van wie de uitvaart twee dagen voor de boekpresentatie in Huissen was: ‘Om God te zoeken’.

Ernst Marijnissen

Over dit zoeken gaat het door Valkhof Pers prachtig uitgegeven boek De waterdruppel. Voor Ernst Marijnissen, die decennia ervaring heeft in leerhuis en catechese, is de Schrift steeds opnieuw toetssteen en een manier om elkaar te ontmoeten in verhalen, beelden en ervaringen.

‘Laten wij mensen maken’ is de wens van God. En dus is menswording in de kern van de zaak godsontmoeting, concludeert Marijnissen. ‘Een schat aan bijbelse verhalen, liederen en gebeden verduidelijken het zoeken, worstelen, afzien en weer opnieuw beginnen.’

Het is geen gemakkelijk weg, want ‘een wezenlijk onderdeel van deze menswording is de aanvaarding van verdriet en lijden. De weg naar God is in deze wereld moeizaam en veeleisend, en zal uiteindelijk moeten uitlopen op een totale ontlediging: mijn God, waarom heb je mij verlaten?’

Marijnissen eindigde zijn toespraak zoals hij zijn boek begint: met het beeld van een waterdruppel die hij eens zag glijden langs een grasspriet en vallen op de grond. Een druppel die staat voor al onze levens.

Hij groeit nog steeds. Daar blijft een zwellen.
Gestaag maar nauwelijks waarneembaar.

De spanning stijgt hoe je het ook wendt of keert,
in welke betekenis van het woord dan ook.
Daar blijft tevens dat traag voortglijden langs de tak. Omlaag.

Wanneer spat hij uiteen? Hoelang? Hoever?
Zijn buitenkant glinstert nog maar laat toch plooien zien.
Haalt hij het einde? Wordt zijn tocht nog wreed verstoord?

Dan zegt de tak: genoeg! Hij laat hem gaan.
De waterdruppel strekt zich, verlengt
en glijdt over het einde van de tak.

Hij valt en landt in zachte grond, verzinkt pijnloos in vruchtbare aarde…
tijdloos domein van sprakeloos leven.

*

Lees hier de hele tekst van Toespraak van Ernst Marijnissen bij boekpresentatie De Waterdruppel

ISBN 9789056254834 | 277 blz. | Prijs €22,50, Valkhof Pers

De waterdruppel Ernst Marijnissen