In memoriam

Ter gedachtenis aan Jacques Mählmann

n het Berchmanianum in Nijmegen overleed op de avond van 14 januari 2015 Jacques Mählmann, dominicaan. Hij was 82 jaar oud, 62 jaar geprofest en 56 jaar priester. Bij zijn uitvaart op dinsdag 20 januari werd dit in memoriam uitgesproken.

Jacques werd op 8 februari 1932 geboren te Rotterdam. Hij kreeg als doopnamen Jacobus Maria mee. Zijn ouders waren Carl Cornelis Mählmann en Catharina Anna Cornelia Scheublin. Zij hadden een winkel in glas en porselein en hadden in totaal vijf kinderen: vier zoons en één dochter.

In 1941 werd Jacques leerling van het Aloysiusgymnasium bij de jezuïeten in Den Haag. De laatste twee jaar van zijn gymnasiumopleiding vervolmaakte hij bij de franciscanen te Venray. In 1950 maakte hij kennis met de dominicaan Dominicus Oorsprong en in 1951 koos hij voor de orde van de dominicanen. Hij voelde zich aangesproken door de combinatie van studie, verkondiging en parochiewerk.

Na zijn noviciaat in Huissen legde hij op 18 september 1952 zijn professie af. Na drie jaar filosofie in Zwolle volgde hij vijf jaar theologie in Nijmegen. Het vijfde jaar was een praktijkjaar nieuwe stijl. Op 25 juli 1958 werd hij door mgr. Mutsaers tot priester gewijd in de St. Dominicus kerk te Nijmegen.

Zijn eerste benoeming was die van kapelaan in de parochie van de heilige Albertus de Grote te Rotterdam (Blijdorp). Hij zou dat blijven tot najaar 1969. Daarna kreeg hij een benoeming als kapelaan van de parochie van de heilige Antonius van Padua aan de Kanaalstraat te Utrecht.

Vanaf zijn eerste benoeming kwam hij tot de conclusie dat hij de theologie opnieuw moest doordenken vanuit de praktijk. In zijn Rotterdamse periode volgde hij vele cursussen over de nieuwe theologie. Ook de liturgievernieuwing gaf hij vorm in Rotterdam en later Utrecht. Hij deed dit zoals hij was: bedachtzaam en gemoedelijk.

In de periode 1973 – 1975 volgde hij de pastoraal psychologische training. Na het vertrek van Ben Mulder werd hij in augustus 1978 pastor-teamleider van de parochie van de heilige Antonius. Hij zou dat blijven tot 1 september 1985.

Op advies van het provinciaal bestuur begon hij aan een sabbatjaar. Hij ging studeren aan de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat te Heerlen en vond onderdak bij de paters van de heilige Harten op de Cauberg te Valkenburg. Hij vond het een verademing, na 25 jaar met grote inzet in het pastoraat te hebben gewerkt.

In juni 1986 werd hij pastor van de St. Jan de Doper parochie te Schiedam. Vijfeneenhalf jaar later beëindigde hij deze functie vanwege een burn-out. Kort daarop kreeg hij een hartinfarct. Hij ging wonen op het Albertinum te Nijmegen en werd daar succentor. Op 1 januari 1995 nam hij het cantoraat over van Ted Schoof. Voor Jacques was zingen en in het bijzonder het Gregoriaans, een geliefde hobby. Hij was ook een gepassioneerd bridgespeler.

Op 22 februari 1995 werd hij door de groep van negen, die het kloosterleven wilde voortzetten na verhuizing uit het Albertinum, gekozen tot prior. Met trots kon Jacques vertellen dat hij de laatste prior van het Albertinum was. De communiteit verhuisde eind augustus 1996 naar de Oude Kleefsebaan te Berg en Dal. Jacques maakte zich verdienstelijk als priester-assistent en cantor. Hij zou twee termijnen prior zijn tot februari 2001.

De gezondheidstoestand van Jacques ging langzaam achteruit onder meer door zijn suikerziekte. Toen bij hem de diagnose alvleesklierkanker werd gesteld, ging hij in 2006 in het Berchmanianum wonen. Hij kwam echter in aanmerking voor een bijzondere geneeskundige behandeling in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. Dit heeft zijn ziekteproces enorm vertraagd. In het Berchmanianum dirigeerde hij het koor, bleef het bridgespel trouw en was als sjoeler moeilijk te verslaan. ’s Zondags bleef hij, zolang als het mogelijk was, de vieringen bijwonen in het Mariaconvent te Berg en Dal, bij voorkeur in de rol van cantor.

Toen hij uitbehandeld was, moest hij telkens aan gezondheid inleveren, maar een diepgaand gesprek over zijn eigen levenseinde hield hij zo ver als mogelijk bij zich vandaan.

Op zaterdag 10 januari ontving hij het sacrament van de ziekenzalving, na getroffen te zijn door een beroerte. Woensdagavond 14 januari gaf hij zijn levensadem terug aan God.

Moge hij in God geborgen zijn!