29 Juni 2012

Zomer: een met de elementen

Ga naar overzicht

Deel op:

innenkort begint de zomervakantie. Een tijd waar veel mensen elk jaar naar uitzien. Een tijd om wat werk, studie en activiteiten betreft de touwtjes te laten vieren om je mee te laten nemen op de wind, naar wijde verten of plekjes dicht bij huis. Een mijmering van lekendominicaan en pastor Anneke Grunder.

Waarom doen we dat: vakantie vieren? En is het een luxe of gaat het om iets basaals? En heeft het denken daarover ook nog iets met geloof te maken?

Nut
We leven in een samenleving waarin het nut van de dingen die we doen voortdurend ter discussie staat en waarin prestatie en succes een hot item zijn. Bedrijven en organisaties moeten zich verantwoorden over hun activiteiten met meetbare resultaten. We geloven in onze eigen scheppende kracht.
Dat heeft heel goede kanten, maar ook dubieuze. Want niet alles is maakbaar. Soms ligt een leven door verlies, een tegenslag, een menselijke fout 'zomaar’ aan gruzelementen.
Prestatie en werkdruk liggen voor sommigen te hoog. Flexibiliteit geeft ruimte, maar maakt de toekomst ook onzeker en kan spanning met zich meebrengen. Mensen met een beperking of met gezondheidsproblemen vallen eerder uit. We leven niet van en voor het nut alleen.

Wind en aarde
In het scheppingsverhaal wordt verteld hoe God de mens neemt uit de aarde en hem zijn levensadem in de neus blaast. Wij zijn van aarde, van stof gemaakt, wij zijn gebonden aan de aarde, we mogen zorg voor haar dragen, maar dat lukt alleen als wij leven op Gods adem.
Het beeld van Gods adem vindt in het pinksterfeest zijn voltooiing: daar groeit ze uit tot een hevige wind waarop we ons mogen laten drijven.
Deze beelden maken ons duidelijk dat de zorg voor de aarde, (inclusief voor onszelf) niet lukt als we denken alles zelf te kunnen, of als we overal greep op willen hebben, alles willen controleren. Dan knijpen we de bezieling, de geestdrift eruit. Ons mee laten nemen op Gods adem vraagt ontvankelijkheid: voor het onverwachte, het elementaire, het essentiële van ons bestaan.

Water en vuur
Om dat te blijven kunnen of opnieuw te kunnen is het soms goed de dagelijkse ernst en besognes even los te laten, de touwtjes te laten vieren. Dan ontdek je dat opsmuk en zekerheden soms schone schijn zijn en ons afleiden van wat er in het leven echt toe doet.
Wie zich daarvan schoon wast, zuivert, wordt op zichzelf terug geworpen, maar zal in het water van het leven niet kopje onder gaan. Die komt zo ook het wezenlijke op het spoor. En wat doet er dan echt toe?

Vuur!
Onze diepste verlangens, dat wat ons drijft wat ons echt gelukkig maakt en aanvuurt tot daadkracht en geestdrift, wat in ons brandt als de glans van ons bestaan: onze liefde, onze kinderen, ons engagement met de wereld, onze inzet tegen wat krom is en voor wat recht is. God zelf:

de Geest van God is als een vuur,
als vlammen felbewogen,
verterend wat aan onrecht leeft,
een gloed vol mededogen.
Een vonk van hoop in onze nacht,
een wenkend licht dat op ons wacht,
een warmt’ in hart en ogen.

In ons element
Laten we maar even uit de tredmolen van ons werk en onze (vrijwillige) bezigheden stappen om ruimte te maken voor de elementen: de voeten in het water, de zon op de rug, de schep in de aarde en de wind om ons hoofd. Water en vuur, aarde en wind, ze vertegenwoordigen de essentie van ons mensenbestaan: bij onszelf, bij elkaar en bij God.
Dat we er ten volle van mogen genieten, voor niets. In ons element!

Anneke Grunder