In memoriam

'Een volhardend dienaar van het evangelie'

ij de uitvaart van broeder Paulus Roelofs o.p. op maandag 20 juli 2009 in de Dominicanenkerk te Zwolle hield rector en prior René Dinklo o.p. de overweging.

Broeder Paulus heeft professie gedaan in onze orde op 29 juni 1947, nu dus ruim 62 jaar geleden.
De dag 29 juni staat in de kerkelijke agenda bekend als de dag waarop we de heilige Petrus en Paulus herdenken. Twee mensen, apostelen, die totaal verschillend waren, maar uitgroeiden tot grote getuigen. Het werden twee steunpilaren voor de Kerk.
Wij hadden hier in deze kerk onze eigen steunpilaar in broeder Paulus. En zoals de apostel Paulus onverstoorbaar en volhardend getuigde, zo deed broeder Paulus zijn werk hier.

Na zijn overlijden merkte iemand op: ‘Hij is voor mij onverbrekelijk verbonden met de Dominicanenkerk.’ In dat opzicht leek hij wel tijdloos te zijn, maar de tijd is niet aan hem voorbijgegaan ook al had Paulus zijn eigen tijd.

Broeder Paulus is vooral bekend geworden als koster. Hoewel hij vroeger ook kapper was in het klooster en de coupe monastiek – de tonsuur – met grote precisie wist aan te brengen, ging zijn liefde uit naar het kostersvak.  Het koster-zijn werd zijn leven.
Voordat hij naar Zwolle kwam was hij koster in Venlo. In 1960 werd  hij overgeplaatst naar Zwolle. Vrijdags hoorde hij het, dinsdags werd hij in Zwolle verwacht. Zo ging dat.
Het was voor hem een grote overgang. Van een relatief klein klooster naar een groot klooster met vele trappen en deuren, van de gemoedelijke zuidelijke mentaliteit naar het wat stuggere en calvinistischer Zwolle.
Maar na verloop van tijd wist hij hier zijn draai te vinden en burgerde hij in.

Broeder Paulus heeft de ruimte gezocht om als dominicaan zijn eigen modus vivendi te vinden. En dat betekende dat hij een beetje leefde aan de rand van de communiteit, ook letterlijk want hij vond het fijn om de oude magisterskamer te mogen bewonen, afgezonderd gelegen op de tweede verdieping. Maar als medebroeder vervulde hij zeer trouw, loyaal, met een gelijk gemoed en met humor zijn taken.
De kamer van Paulus, op die tweede verdieping, daar kwam je eigenlijk niet, maar daar was ook geen reden voor. Wilde je Paulus spreken dan ging je naar de sacristie of naar de kerk. Dat was zijn domicilie.
De afgelopen vijftig jaar is er heel veel veranderd in kerk en maatschappij. Maar deze veranderingen in soms wat verwarrende tijden, leken op Paulus geen vat te hebben.
Paulus ging uit van een onverwoestbaar basisvertrouwen en een grenzeloos optimisme. Kijkend naar het evangelieverhaal had Paulus dus niet zoveel met Petrus, met zijn kleingelovigheid en angst. Broeder Paulus had meer met de uitspraak van Jezus: ‘Blijf kalm, wees niet bang!’
Zo’n tien dagen voor zijn dood vroeg ik aan hem of hij bang was voor de dood. Hij antwoordde op rustige toon: ‘Waarom zou ik bang zijn, ik heb jarenlang met mijn leven God gediend!’

In zijn bijna vijftig jarig verblijf hier in Zwolle heeft broeder Paulus veel meegemaakt: de liturgievernieuwing van de jaren zestig, het sluiten van het opleidingshuis in dit klooster, de omvorming van kloosterkerk naar rectoraatskerk, een toenemende inbreng van vrijwilligers, de golf van uittredingen, de komst van vrouwelijke voorgangers en vrouwelijke kloosterbewoners… En prioren kwamen en gingen evenals de rectors van de kerk en generaties gelovigen, maar Paulus bleef en ging onverstoorbaar voort.
Hij woonde ook het vele bij wat hier allemaal in de kerk gebeurde tot aan experimentele vieringen toe. Zelden gaf hij een waardeoordeel en als hij het deed dan deed hij dat subtiel, maar op niet mis te verstane wijze.
Hij klaagde niet over de vermindering van het aantal vieringen door de jaren heen of de versobering van de kerkelijke rituelen. Het ontlokte hem wel de uitspraak dat het kosterwerk daardoor er eenvoudiger op werd, wat hem bij het toenemen van zijn leeftijd en vermindering van krachten goed uit kwam. Bij hem was het glas altijd halfvol en nooit halfleeg!

Broeder Paulus had zijn eigen tijd.  Wat er ook gebeurde, hij liep geen stap sneller. En ook in de vieringen in de dagkapel had hij zijn eigen spreektempo bij de gezamenlijke gebeden onafhankelijk van het spreektempo van de verzamelde geloofsgemeenschap.

Door de jaren heen wist broeder Paulus goede contacten op te bouwen met onze kerkgangers. Vele mensen kende hij en hij kwam ook bij mensen op bezoek. Hij had daarbij zijn eigen vorm van pastoraat.
Veel mensen leerde hij beter kennen omdat hij vaak in de stad op weg was op zijn scooter om post van het klooster rond te brengen. Hij had een belangstellende nieuwsgierigheid naar mensen waardoor hij heel goed op de hoogte was wat er allemaal gebeurde. En voor velen was hij ook een onderhoudend gesprekspartner.
Zijn nieuwsgierigheid deed hem ook wel eens besluiten om bij mensen aan te bellen waar hij geregeld post bezorgde omdat hij toch wilde weten welk gezicht hoorde bij de geadresseerde.
Overigens diende hij geregeld overzichten bij mij in hoeveel poststukken hij had rondgebracht en hoeveel geld hij dus daarmee had uitgespaard.

Veel interesse had hij ook voor zijn familie en wat er in zijn geboortestreek gebeurde. Rond zijn verjaardag op 15 januari ging hij steevast een aantal dagen op familiebezoek en hij had een postabonnement op de Gelderlander zodat hem niets kon ontgaan wat er in de Overbetuwe gebeurde.

Broeder Paulus was onmiskenbaar een man met een eigen vorm van humor, een humor die hij vaak uitdrukte in een woordenpel. Zo kondigde hij zichzelf aan als Frans van Souper wanneer hij de soepterrine bracht van de keuken naar de eetkamertafel van de communiteit en citeerde hij dikwijls broeder Lucas bij maaltijden: ‘Mijn maag jubelt een Te Deum.’ De laatste jaren verslechterde de gezondheid van Paulus zienderogen, maar hij wilde daar niet aan. Pas als het echt niet anders kon, ging hij naar een arts. Zijn zus verzuchtte eens tegen hem: ‘Trek dan toch eens eerder aan de bel.’ Waarop Paulus antwoordde: ‘Als koster trek ik vaak genoeg aan de bel.’

Zo was Paulus ook  ‘als het echt niet anders kon’. Hij wilde doorgaan met kosteren, liefst tot zijn honderdste, hij wilde blijven wonen op zijn kamer op de tweede verdieping die niet per lift bereikbaar is, hij wilde blijven rijden op zijn scooter.
Maar toen kwam het moment dat hij moest toegeven dat het niet anders kon. Zijn tijd om te gaan kwam snel naderbij. En tot verrassing van velen kon hij de knop omdraaien.
Hij was zeer ingenomen met het feit dat Jakob van der Beek, lekendominicaan, bereid was het kosterschap over te nemen en hij kon in dankbaarheid terugkijken op zijn leven: dat hij 87 jaar was geworden en dat hij hier bijna vijftig jaar koster mocht zijn.
Telkens als hij dit zei, klonk het alsof hij het zelf amper kon geloven.

Op zijn gouden professiefeest is broeder Paulus geëerd. Hij werd toen gekscherend verheven tot schutspatroon van onze kerk omdat hij er achter kwam vanuit welk raam en welk huis met een windbuks op de glas-in-loodramen van de kerk werd geschoten. En Paulus is nogmaals geëerd.
Tijdens de viering van zondag 7 juni jl. kondigde ik aan dat de gezondheidstoestand van hem behoorlijk aan het verslechteren was en dat hij zich noodgedwongen moest terugtrekken uit de actieve kosterij en dat hij – zoals hij dat zelf zei – zijn brommer had moeten inruilen voor een rollator.
Paulus zat toen – zeer uitzonderlijk – op de eerste bank in de kerk met naast hem zijn zus en zwager. Na afloop van deze mededeling ontstond vanuit de geloofsgemeenschap spontaan een langdurig en warm applaus voor broeder Paulus. Een mooier blijk van waardering en bemoediging kon op dat moment niet gegeven worden.

De afgelopen weken ging zijn gezondheidstoestand zeer snel achteruit. Vorige week zondag heeft hij de ziekenzalving ontvangen. ‘s Woensdags is hij gestorven.
Hoe moeilijk het ook was, Paulus vond het goed om tijd te hebben om afscheid te kunnen nemen van zijn leven, zijn werken en zijn dierbaren. Er zomaar tussenuit gaan vond hij maar niks. En gelukkig kon hij hier blijven in dit vertrouwde klooster door goede zorg en aandacht van mensen om hem heen.

In hem is een dominicaan heengegaan die op zijn eigen wijze vorm heeft gegeven aan de taak van onze orde: de prediking.
In hem mogen we gedenken zijn Godsvertrouwen, zijn trouw, zijn onverstoorbaarheid en zijn oprechte belangstelling voor het wel en wee van mensen om hem heen.
En in hem is heengegaan een belangrijk steunpilaar van dit klooster en de rectoraatsgeloofsgemeenschap.
Hij heeft zijn naamgenoot de apostel Paulus eer aan gedaan als een volhardend dienaar van het evangelie.
We zullen hem missen!
Dat hij moge ruste in vrede in het huis van de Heer.
Amen.

René Dinklo o.p.