28 April 2017

Giftige en goede vruchten

Ga naar overzicht

Deel op:

p de binnenplaats van een kunstgalerie in Suleymania (Iraaks Koerdistan) staat een sculptuur van een granaat die zwartgeblakerde appels laat vallen. Erik Borgman schrijft zijn tiende blog vanuit het klooster Maryam Aladra.

Paolo Dall’Oglio s.j. is in 2013 door Daesh (IS) ontvoerd.

Woensdagavond laat, na het afstudeerfeest van de vluchtelingenstudenten, vertrok het gezelschap van Utrechtse kerkmensen uit Kirkuk en reisde door naar het Maryam Aladra-klooster in Suleimaniya, in Iraaks Koerdistan.

Het moederklooster van Maryam Aladra is het Mar Moussa-klooster in Syrië. Mar Moussa werd gesticht door de Italiaanse jezuïet Paulo Del’Oglio, die in 2013 door IS is ontvoerd en nog altijd niet is teruggevonden.

Doel van de gemeenschap, die inmiddels een eigen, ook door Rome erkende religieuze gemeenschap is, is spirituele dialoog met de islam en het bieden van gastvrijheid. De Utrechtse groep onderzoekt of er duurzame relaties aan te knopen zijn. 

door Erik Borgman o.p.

Vanmorgen werd ik wakker op een matras op de grond. We hadden met de drie mannen van ons gezelschap geslapen in een ruimte die bovenop het dak van een van de gebouwen van Maryam Aladra (Maagd Maria) in Suleimaniya is gezet.

Mijn kamergenoten sliepen nog en ik stapte zo stil mogelijk het dak op, de felle zon en de vlagige wind in. Ik pakte een stoel – bij ieder matras staat een stoel, dat is het enige meubilair in onze kamer – en probeerde mij al ontwakend een indruk te vormen over de stad.

Toen we er afgelopen nacht doorheen reden, bleek de stad een stuk opener dan Kirkuk. Hij leek ook een veel wereldser, met grote etalages en neonreclames voor hotels en restaurants. Suleimaniya is ook nog maar een jonge stad, werd ons later verteld, in 1784 gesticht. Dus een levendige stad misschien – de studenten in Kirkuk vertelden ons over het bruisende nachtleven – maar geen stad om heen te gaan voor de geschiedenis en de architectuur.

Suleymania ligt zo’n 100 km ten oosten van Kirkuk. In Mosul (linksboven) wordt hevig gevochten. Klik om te vergroten.

Noord-Irak in de regio. Klik om te vergroten.

Het mondaine viel ook nogal mee. Toen we in de middag de stad ingingen, kwamen we op een markt terecht die een zeer Arabische uitstraling had. Hoezeer de Koerden ook duidelijk willen maken dat ze geen Arabieren zijn. Uiteraard lagen er spullen die bedrukt waren met actuele popsterren en waren er overal mobiele telefoons te koop. Maar het karakter van de markt leek in minstens vijftig jaar niet veranderd.

Overal liepen mannen in typische Koerdische klederdracht. Dat wees volgens zuster Frederike, die ons vanuit het klooster de stad liet zien, op een ingewikkeld probleem. Velen in Koerdistan verzetten zich sterk tegen modernisering, en met name tegen de ideeën van mensen die eerder Koerdistan verlieten om elders een toekomst te vinden. Nu het rustiger is, zijn sommigen teruggekeerd om hun eigen land op te bouwen.

Maar de economie stagneert: de toeristen blijven vanwege de situatie en de berichtgeving erover weg en door voedsel te verbouwen stuw je in de huidige wereldeconomie je land niet omhoog. De olieprijs is laag en dat zorgt ervoor dat de Koerdistan bijna failliet is en de salarissen van de enorme ambtenarenleger niet kan betalen – waardoor er weer minder geld is om uit te geven en het economisch nog weer minder wordt.

Er moet dus iets gebeuren. Maar de oorlogen die zij al vele decennia voeren om een zelfstandig land te worden, heeft ervoor gezorgd dat de Koerden hun identiteit vooral in het verleden zoeken.

Het klooster in het centrum van de stad. De Duitse fotograaf Philipp Breu maakte deze en andere foto’s van ’the monastery of hope’. Klik op de afbeelding voor een inkijkje.

Het Maryam Aladra-klooster bestaat uit een kloostertuin die aan drie kanten omringd is door gebouwen en aan de vierde kant wordt afgesloten door een muur. Ook dit gebouw wordt bewaakt, in dit geval door Koerdische soldaten, maar de deur is altijd open.

Voortdurend lopen mensen af en aan: mannen die in de tuin gaan zitten met hun mobiele telefoon om gebruik te maken van de wifi, mensen die om hulp vragen, gasten die de bewoners van het klooster assisteren in hun zorg voor vluchtelingen, vluchtelingen zelf met hun moeilijkheden. Het is een sympathieke, maar ook nogal onoverzichtelijke chaos. Het leven lijkt van uur tot uur georganiseerd te worden.

Toch heeft Jens Petzold, de prior van het Maryam Aladra-klooster die in maart jongstleden een kleine week in Utrecht was, grootste plannen. Hij wil het klooster uitbreiden, er een bibliotheek inrichten die gespecialiseerd is in interreligieuze dialoog en meer ruimten inrichten waar cursussen kunnen worden gegeven.

De ruimten die er nu zijn, zijn overbezet en de cursussen Koerdisch en Engels zijn overtekend. Degenen die van overal in Irak hier een veilig heenkomen hebben gevonden, kunnen niet tot in het oneindige blijven wachten tot ze weer terug kunnen. Ze moeten met hun leven beginnen.

Jens wil ook de kerk opknappen. Die ziet er inderdaad nogal vervallen uit, maar dat maakt voor de liturgie weinig uit.

Jens Petzold

De liturgie hier is dezelfde als die in het huis van de bisschop in Kirkuk, maar een stuk informeler. De eucharistieviering vindt plaats op een kleed op de grond. Wie dat wil kan een kussen pakken en in de kring eromheen gaan zitten. We worden hier in de kerk sowieso geacht onze schoenen uit te doen, zoals bij ons in een moskee, en op sokken of blote voeten over de tapijten te lopen.

De liturgie krijgt op deze manier iets van de galerie voor eigentijdse kunst die we tijdens onze wandeling door de stad bezochten. Midden in de markt waar mensen elkaar verdringen en je niet kunt voorkomen dat je tegen elkaar aanloopt, was een klein gangetje. Zuster Frederike kende de galerie. De eigenaar, die het huis en de binnenplaats keurig had opgeknapt, was een nieuwe tentoonstelling aan het inrichten. De ruimte was een oase van rust en ruimte. Fysiek, maar ook voor het oog en oor.

Dat schiep de mogelijkheid om de schilderijen, die op de grond klaar stonden om te worden opgehangen, alvast enigszins tot mij door te laten dringen. Zoals de rust in de kerk te midden van alle chaos en rumoer het mogelijk maakt dat werkelijk doordringt hoezeer in Jezus God onze turbulente en pijnlijke geschiedenis heeft gedeeld en herschapen – en in de Geest nog altijd deelt en herschept.

Tijdens de eucharistieviering maakte juist de informaliteit scherp het wonder duidelijk dat God zich in Christus steeds weer met ons inlaat.

Zijn drie kaarsen, een bord en een beker en een kleed op de grond echt genoeg voor de God van de hemelse machten, zoals ook hier in het heilig, heilig heilig gezongen wordt? Wij, met dit zootje ongeregeld, waar wij proberen door de Engelse vertaling onze weg te vinden, kunnen ons in dit koor voegen? 'Wat is de mens dat Jij aan hem denkt’, inderdaad. Maar tegelijk: 'Jij hebt ons bijna een God gemaakt’ (vgl. Psalm 8,5 en 6).

Op de binnenplaats van de galerie werd ik vooral getroffen door een meer dan manshoge sculptuur. Het beeldt een raket uit die een vloed van zwartgeblakerde appels over de aarde uitstort.

Dat is wat hier is gebeurd. Bommen vernietigen niet alleen gebouwen en doden niet alleen planten, dieren en mensen. De vruchten van de bommen bestaan mede in het geweld dat mensen in hun lichaam gaat zitten, dat steeds weer verleidelijk zal worden gevonden om er zich mee toe te rusten en er gebruik van te maken, dat telkens opnieuw het leven van binnen uit zal bedreigen en aantasten.

De giftige vruchten moeten worden opgeruimd en er moeten bomen geplant worden die andere vruchten voortbrengen. Het Maryam Aladra-klooster wil zo’n boom zijn en is het vast en zeker. Laten we hopen dat het genoeg water, voedsel en licht krijgt.

Klik om te vergroten.

*

Het eerste blog uit Noord-Irak: De grote betekenis van de kleine kerk in Kirkuk

Het tweede: Het belangrijke gesprek van christenen met moslims

Het derde: Bouwen is vertrouwen – ook in Irak

Het vierde: Een levende gelovige gemeenschap

Het vijfde: Samenleving scheppen door netwerken

Het zesde: Over islamkritiek en caritas als centrum

Het zevende: Iemand die weet waar het echt over gaat

Het achtste: Leven in zijn naam

Het negende: Feest! Juist in de chaos van Irak